Het onderstaande verhaal is een bewerking van het interview van fotografe Lucia Ganieva met Anniek Lenselink.
Jullie zien me hier in de remonstrantse kerk in Dordrecht. Hier werk ik. Ik werk hier nu al bijna tien jaar. Ik ben 39 jaar, dus ik ben eigenlijk meteen na mijn studie predikant geworden. Waarom ben ik theologie gaan studeren? Ik vond het heel interessant om te horen en om erachter te komen waarom mensen hun leven leiden zoals ze dat leiden. Dat wordt over de hele wereld eigenlijk gekleurd door wat mensen geloven. Zelf ging ik naar een doopsgezinde remonstrantse vrijzinnig hervormde samenwerkingsgemeente toen ik klein was, dus de kerk kende ik van buitenaf en van binnenuit.
Wat ik heel bijzonder vond in de kerk was dat alle leeftijden daar door elkaar lopen en dat iedereen bij elkaar betrokken is. Waar eigenlijk verder in de samenleving heb je dat. Ik herinner me nog heel goed toen ik twaalf was dat er een mevrouw van, nou ik denk, wel 95 naar mij toe kwam. Haar naam is me ontschoten, maar ik zie haar nog zo voor me met een witte knot. Maar ze kwam naar me toe, ik zat net in de brugklas, en ze vroeg me hoe het ging op school. Dat had ik nou nooit verwacht, dat iemand van die leeftijd daar interesse in had.
Na mijn studie ben ik gaan lesgeven op een pabo, levensbeschouwingen. En daarnaast ben ik in een kleine gemeente begonnen. Mensen komen bij elkaar en mensen samen binden in die gemeente, ja, dat lag mij heel goed. Mensen motiveren en laten delen in elkaars kracht en in elkaars hoop. Maar ook de inzichten met elkaar delen, ja, dat inspireerde mij. Ik heb toen ook heel bewust voor gekozen om geen toga te gaan dragen. Dat zien jullie hier ook op de foto. Ik heb wel onderscheidende kleding aan, maar niet de klassieke academische zwarte toga. Ik vond dat dat teveel afstand schiep ten opzichte van de mensen in de gemeente. Ik voelde me meer deel van die gemeente.
Ik merk nu dat ik het werk in de gemeente nog steeds heel erg leuk vind en heel bijzonder. Je kunt voor mensen iets betekenen. Bijvoorbeeld in moeilijke tijden kun je een tijdje met ze oplopen. En na een jaar of soms korter, soms langer, merk je ook dat ze hun eigen weg weer meer gaan. Jonge mensen die in de kerk komen met kinderen daar heb ik ook veel plezier in. Ze zijn vaak zoekend. Er komen steeds vaker mensen bij de kerk die iets voor hun kinderen zoeken en die zelf bijvoorbeeld geen religieuze achtergrond hebben. Een aantal heb ik daarvan ook in een gesprekskring en dat is een kring waar iedereen zich kan ontwikkelen. Ik ben vaak verbaasd wat er in mensen al zit en waarvoor ze eigenlijk een paar woorden nodig hebben om dat allemaal uit te kunnen drukken. Samen vieren in de kerk, dat vind ik ook belangrijk. Het leven is het waard om geleefd te worden. En dat doen we hier met elkaar in de remonstrantse kerk.