Tante Annie goes to Santiago

Hoe zij postuum een pelgrim werd

De kathedraal van Santiago de Compostela

In de steigers voor het Heilig Jaar in 2010

Alle rechten voorbehouden

Auteur: Corrie Lagerweij
Tante Annie had bijna alles gedaan wat ze wilde. Bijna alles, want eigenlijk had ze zo graag ook die pelgrimstocht naar Santiago de Compostela nog willen lopen.

Laatste wens
Tante Annie uit Nederland was overleden. Triest ja, maar het zat er al een poosje in. Ze zei de laatste tijd ook dat ze er genoeg van had. Van het leven. Ze had bijna alles gedaan wat ze wilde. Bijna alles, ja. Want: ‘Eigenlijk’, zei ze tegen haar nichtje Nada die in Frankrijk woonde, ‘eigenlijk had ik zo graag ook die pelgrimstocht naar Santiago de Compostela willen lopen’. Het was er nooit van gekomen met al haar activiteiten. En toen ze er eindelijk wel genoeg tijd voor had, had ze de gezondheid er niet meer voor. Nada woonde langs de route van Vézelay naar de Pyreneeën en ze ontving vaak pelgrims om te overnachten. Tante Annie had daar ook wel gelogeerd als er wandelaars kwamen overnachten en zo had ze het pelgrimeren leren kennen.

Elkaar steunen
Precies op de dag van de begrafenis klopten we aan bij de gastvrije Nada. Wij, dat waren Daniël uit Duitsland en Corrie uit Nederland. Al een dag of wat trokken we met elkaar op. Hij, 28 jaar, muziekschrijver, en ik, 67 jaar, gepensioneerd. Allebei waren we onderweg, ik tot de Pyreneeën, hij door naar Santiago. We konden het wonderwel met elkaar vinden. Soms bemoederde ik hem: ‘joh, is dat nou niet veel te warm met die trui aan?’ En hij hielp mij op zware stukken, zoals op het pad waar vroeger een spoorlijn lag en nu een brug was weggezakt. Langs het talud naar beneden was nog te glijden, maar weer omhoog was een maatje die me aan een wandelstok omhoog kon trekken onmisbaar. Bij Nada in huis was het soms een Babylonische spraakverwarring. Zij sprak geen Duits maar wel Engels, Frans en Nederlands, haar zoon geen Engels en geen Nederlands en Daniël sprak geen Frans. Zo ging het vaak dus in het Engels, behalve als Nada’s zoon ook aan tafel zat, dan ging alles in het Frans en vertaalde ik het voor Daniël in het Duits.

De foto
Al snel vertelde Nada ons over tante Annie, die ook zo graag naar Santiago had willen gaan en die nu begraven werd. Zij had er vast van genoten als ze nu onze verhalen had kunnen aanhoren en over onze route had kunnen meedenken. Onze gastvrouw bleef een poosje stil voor zich uit staren. Ja, droevig ook wel. Tot ze ineens opveerde en in haar kasten ging zoeken. Ja hoor! Ze had hem gevonden! Een foto van tante Annie. ‘Ik wil jullie om een gunst vragen’, zei ze. ‘Zouden jullie een foto van tante Annie mee willen nemen in je rugzak? Helemaal naar Santiago? En hem daar ergens achterlaten? Dan is het net of tante toch nog naar Santiago gaat!’ Ze werd er helemaal opgewonden van. Voor mij was het geen punt, ik ging maar tot de Pyreneeën, maar Daniël wilde helemaal tot Santiago de Compostela gaan. Hij hoefde hier helemaal niet over na te denken. Wij werden zo door haar verwend. Heerlijk eten en een apart huisje om te slapen en nog een dag extra met sight seeing in de omgeving. Daar kon dan als tegenprestatie best een foto voor in de rugzak. En zo geschiedde. De foto werd in een plastic hoesje gedaan en voorzichtig, zorgzaam in de rugzak geschoven.

Over de bergen
En zo ging tante Annie mee, verder door Frankrijk naar het zuiden, de Somport-pas over, een lange, soms erg zware tocht door de Pyreneeën en door Spanje richting Atlantische Oceaan. Helemaal naar Finisterre. Begin juli heeft Daniël de foto van tante Annie in Santiago overhandigd aan een priester in de kathedraal, het eindpunt van hun reis. Jammer dat ze het niet geweten heeft. Hoewel? Je weet maar nooit…

Alle rechten voorbehouden