Vier kleine wondertjes

Tussen Esneux en Huy werden we erin ondergedompeld: wonderen...

Ze zeggen altijd dat de Chemin voor je zorgt; wat je nodig hebt, vind je op je weg. Zo gebeurde dat ook bij mijn vriendin en mij toen we door Wallonië van Esneux naar Huy liepen...

door het Walloonse land

Vandaag is de dag van de wondertjes. Vier stuks wel te verstaan, vier heuse wondertjes.

Het begint heden ochtend bij het ontbijt bij mevrouw Dejardin, de vrouw naast wier huis wij vannacht in de kerk sliepen. Elke ochtend om 7.00 uur gaat zij bidden met vrienden, in de kerk, drie kwartier lang, en vervolgens ontbijten ze allemaal bij haar. Wij zitten daar gezellig bij, om 8.00 uur vanochtend, en allemaal vertellen ze ons verhalen, en vragen ze naar onze verhalen.
Een vriendin van mevrouw Dejardin vraagt ons naar onze route van vandaag, en geeft aan dat we misschien beter met haar mee kunnen gaan naar haar huis om zo een stuk van de ver omlopende route af te snijden, en omdat ze van mevrouw Dejardin heeft begrepen dat Liselotte kunstgeschiedenis heeft gestudeerd en ze graag hoort wat Liselotte vindt van de kunst van haar man.
Zo gezegd zo gedaan, de enorme rugzakken in haar minuscule auto'tje en off we go. We komen bij een schattig kabouterhuisje aan met de prachtigste kunst. Etsen, beelden, schilderijen, het huis staat helemaal vol. Met onze mond open bekijken we alles, we worden door het hele huis rondgeleid, en alles straalt warmte en blijdschap uit, net als het vrouwtje dat ons rondleidt zelf. Ze vertelt ons over haar overleden man en hoe hij al deze kunst in de afgelopen 15 jaar heeft gemaakt, en hoe wat er nu in huis staat nog slechts een derde is van wat hij ooit heeft vervaardigd. Ze is zo trots als een pauw, en vindt het heel fijn om zich nog altijd te omringen met al dit moois dat haar man heeft gemaakt. Volledig overdonderd en onder de indruk beginnen we onze wandeling vandaag. Wondertje nummer 1.

Wondertje nummer 2
Een uur later komen we in een miezerig klein dorpje met helemaal niets behalve een bankje, en een bakkerijtje dat ongeveer vier broden heeft liggen en zes gebakjes in de vitrine. We kopen er een pain au chocolat (ik dan) en een tompouce (Liselotte had nog niet getoost op de koningin), en vragen of er een cafétje is om een kopje koffie te drinken. Nee dat is er echt niet. Wel een kerk. Tja. Daar hebben ze vast geen koffie. Helaas. Met de broodjes in de hand lopen we haar kleine winkeltje uit, en 30 meter verderop gaan we op het bankje zitten. Met smaak worden de lekkernijen weggewerkt, en als de laatste hap op is, zegt Liselotte enthousiast: ik lust er nog wel een! Ik blijf wachten, zij naar de bakkerij, en ze komt terug met twee eclairs. Lekkerrr! Nog geen minuut later komt het bakkersvrouwtje naar buiten: zal ík anders een kopje koffie voor jullie klaarmaken? Eh ja! Graag! Nog weer drie minuten later komt ze weer naar buiten: de koffie is klaar! Wij haar gigantische bakkerij in (zo’n grote bakkerij voor zo’n klein bakkerswinkeltje?), staan daar naast de deegmachine twee enorme koppen dampende koffie op ons te wachten. Twee voor Liselotte en nul voor mij (koffie, bah) maar dat boeit niet; wat een ontzettend lieve actie. Nadat Lies haar buikje weer warm heeft en we een beetje met het bakkersvrouwtje hebben gekletst, bieden we haar geld aan maar daar wil ze niets van weten. Bonne journée! Wondertje nummer 2.

Wondertje nummer 3
Nadat we in Huy aankomen (niet verdwaald, geen regen, wel veel zingen en een hoop blijdschap, kletsen en verhaaltjes) gaan we lekker wat drinken. Welverdiend! De dag zit er echter nog niet op, we moeten nog naar ons logeeradres van vanavond. Maar eerst naar de film! Deze blijkt Frans nagesynchroniseerd te zijn dus ik begrijp er nog geen 10% van, maar vooruit. Het is er warm, droog en we hebben popcorn.
Nu nog 2.2 kilometer. Ergens bij St. Léonard, een gehucht boven op de berg, staat ons bed voor vanavond. We klimmen in Huy al een heel stuk, en als ik lees dat we over een grintpad een nog steilere klim moeten maken naar de kerk van St. Léonard, besluit ik mijn trui en jas uit te trekken. We staan vlak voor onze afslag, en Liselotte neemt een slok uit haar waterfles. Een man die zijn twee hondjes aan het uitlaten is bekijkt ons een poosje, en komt vervolgens resoluut op Liselotte af. “Eau?”, vraagt hij. “Oui”, zegt Liselotte verbaasd. Ja, dit is water ja. De man gebaart: geef op die fles. Gedwee doet Lies wat haar gezegd wordt, en geeft de fles uit handen. Die man zal toch niet serieus Liselotte haar water gebruiken om aan zijn hondjes te geven? Maar hij verdwijnt in zijn huis, staat een paar seconden later weer voor ons, en geeft Liselotte en mij allebei een anderhalve-literfles water, nieuw, uit de winkel. Zonder iets te zeggen draait hij zich om en loopt zijn huis binnen. Nog voor we “Merci, monsieur!” kunnen roepen sluit hij zijn voordeur. Wauw. Wondertje nummer 3.

Wondertje nummer 4
Na de steile klim komen we aan bij het kerkje in St. Léonard. Hier gaat de route verder maar wij moeten ons adres zien te vinden. Ik heb gisteren op Google Maps gekeken, en met pen een puntje op de kaart gezet waar ik denk dat ons huis moet zijn. Lichtelijk blind lopen we langs een enorm drukke weg waar auto’s ons met 100 kilometer per uur voorbij scheuren, en al bij de eerste boerderij denk ik: ik weet niet eens zeker of dit wel de weg is die we moeten hebben. Ik stuur Liselotte het erf van de boerderij op om de weg te vragen (doodeng, boerderijhonden), maar daar is helaas niemand. We bellen degene op bij wie we vannacht slapen, maar krijgen voicemail. Tja. Wat nu? Doorlopen langs deze enge weg in de hoop dat we goed zitten? Er zit eigenlijk niets anders op, dus vooruit, laten we dat dan maar doen. We passeren nog een boerderij aan de rechterkant van de weg waar we niet bij lijken te kunnen komen, en lopen verder. We komen de bocht om, en zien daar een prachtig kasteel. Het zal toch niet…. We komen langzaam dichterbij, en ik zeg tegen Liselotte: “Het was nummer 14b, toch? Ik zie namelijk wel een vier, maar wat ervoor staat kan ik niet duidelijk zien. Jij?” En na enkele seconden roept Liselotte: “Het is een 1!” Jaaaaaa we slapen vannacht in een kasteel! Dolblij lopen we de oprijlaan van het kasteel op, en bij nummer 14b bellen we aan. Een aardige meneer doet open, brengt ons naar onze kamer waarbij hij ons eerst onze privébadkamer met ligbad laat zien en vervolgens onze eigenste zolderetage. Schone handdoeken, WiFi, een televisie, en een ligbad. Ik zeg: wondertje nummer 4 is geschied! Zo mooi hadden we het nog niet….

Alle rechten voorbehouden