Na het passeren van de Belgische grens, was ik het een beetje zat. Op het kerkplein van Visé ging ik op een bankje zitten en bedacht dat ik maar eens een heel luie dag zou nemen. Ik had slechts 12 km. gelopen, en ik was nogal lang in het café in ’s Gravenvoeren bij de koffie blijven hangen.
Ik vervoegde me bij de plaatselijke VVV, die mij verwees naar een B&B aan de overkant van de Maas. Daar kwam ik terecht bij een statige woning, dat een oud doktershuis bleek te zijn. Een grote tuin met een perfect gemaaid gazon en een stel beste limousines voor de deur. Ik vroeg me af of ik hier wel goed zou zijn. Een min of meer chique mevrouw deed open en zei dat ze inderdaad een B&B had en dat ze een mooie kamer voor me had.
In het huis werd ik rondgeleid. Geen man te bekennen, maar wel drie tienerdochters, die op een rij gezet werden en mij met een révérence begroetten. Moeder stelde mij voor als “pèlerin de St Jacques”. Als wat groezelige pelgrim moest ik wel even wennen. Drie jonge dames in nette jurkjes tussen de 14 en 18 jaar. De oudste was net naar de universiteit gegaan, de anderen zaten nog op het middelbaar onderwijs. Het geheel deed me denken aan de familie von Trapp uit de Sound of Music. Met moeder sprak ik Nederlands, met de dochters Frans waarbij ze meestal antwoordden in het Engels om die taal wat beter te leren. Ik durfde niet te vragen waar en of er een vader was, want er leek toch geen heer des huizes te zijn.
Enfin, na het kopje thee ging ik het stadje in om inkopen te doen voor de volgende dag. Meestal nam ik een paar croissants mee en een harde worst(die heeft in de verschillende landen steeds een andere naam). Bij de slager kreeg ik een gesprek over het stadje en zijn historie en hij vroeg me terloops of ik al een slaapplek had. Hij wist een prima adres. Dat bleek mijn B&B adres te zijn. Ik zei daar ik daar al logies had en hij glimlachte.
Thuis weer op mijn adres vertelde ik dit verhaal aan mijn gastvrouw, die meldde dat de slager haar ex was, maar dat ze hem nog wel zo nu en dan zag.(lijkt me ook logisch als je in zo’n kleine gemeenschap woont en vlees nodig hebt.)
Toch vond ik die twee niet helemaal bij elkaar passen en al helemaal niet bij die knappe dochters.
Ik ben er nooit helemaal achter gekomen hoe dat nu precies zat. Die chique mevrouw met haar perfect uitgedoste tienerdochters in een kapitaal herenhuis met dure auto’s voor de deur en dan die wat armzalig uitziende slager. Ik heb altijd gefilosofeerd dat of zijzelf rijk was, uit een gegoede familie stamde en zijn centen helemaal niet nodig had. Ofwel de man zag er toevallig die dag niet zo goed uit maar had een keten van slagerijen of was groothandelaar en had zijn vrouw warmpjes achtergelaten (onvrijwillig of vrijwillig). Een laatste mogelijkheid is dat ik het helemaal verkeerd heb beoordeeld, maar dan heb ik er in ieder geval over nagedacht…….
Sound of music
Een bijzonder slaapadres
Een slaapadres, waar ik nog steeds het ware niet van weet