Jacobus keert terug naar Palestina

Een nieuwe uitdaging voor Jacobus

Terug in Palestina komt de apostel Jacobus voor een nieuwe uitdaging te staan. Hij wordt dwars gezeten door de jaloerse magiër Hermogenes die al het mogelijke doet om het Jacobus moeilijk te maken.

Jacobus de Meerdere

Jacobus de Meerdere, Michel Bunel, 1699 - 1735, collectie Museum Catharijneconvent

Alle rechten voorbehouden

Jacobus bekeert Filetus
Na een mislukte missie in Spanje keert Jacobus terug naar Jeruzalem. In Judea gaat Jacobus weer prediken en wordt hij zeer beroemd. Hij verwerft daar zoveel faam dat hij de woede over zich afroept van Hermogenes, een magiër en belangrijk man onder de Farizeeërs. Hermogenes zendt zijn dienaar Filetus naar Jacobus om hem te vertellen dat de verhalen over Jezus niet kloppen en dat hij niet de zoon van God is zoals de apostel predikt. Jacobus weet Filetus echter te bekeren door citaten uit de bijbel en door het verrichten van wonderen. Voor een grote menigte weerlegt hij iedere beschuldiging van Filetus.

Filetus in de boeien van Hermogenes
De bekeerde Filetus gaat terug naar zijn meester die woedend is. Hermogenes slaat Filetus in de boeien en zegt honend: ‘Eens zien of die Jacobus van jou je uit deze boeien kan bevrijden’. Filetus stuurt een knecht naar Jacobus die het verhaal aanhoort en de knecht terugzendt met een zakdoek. De knecht krijgt de opdracht om de doek op de boeien van Filetus te leggen en God zal hem dan van zijn boeien bevrijden. Filetus pakt de doek aan van de knecht en onmiddellijk vallen zijn boeien af. Filetus vervloekt de streken van Hermogenes en voegt zich weer bij Jacobus.

De demonen van Hermogenes
De woedende magiër wil zich nog steeds niet gewonnen geven en stuurt kwade geesten en demonen op de apostel en Filetus af. Hij geeft de demonen de opdracht de twee te boeien en bij hem te brengen. Als de geesten aankomen bij Jacobus en Filetus worden ze door een engel Gods met vurige ketenen vastgebonden. De angstige geesten bekennen onmiddellijk dat ze door Hemogenes gezonden zijn en smeken Jacobus om hen vrij te laten. Jacobus vraagt de engel om hen in de naam van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest te bevrijden. Vervolgens draagt hij draagt de geesten op om hem Hermogenes te brengen.

De demonen brengen de magiër bij Jacobus en fluisteren hem in om wraak te nemen. Hij gaat hier echter niet op in en bespreekt met Hermogenes diens dwalingen. Jacobus wil Hermogenes niet met dwang op andere gedachten brengen en laat hem weer vrij. De magiër is zo bang voor de kwade geesten dat hij niet zomaar durft te vertrekken. Jacobus geeft hem zijn staf om hem te beschermen tegen de demonen die Hermogenes zelf heeft aangeroepen.

Hermogenes erkent zijn dwaling
Bij thuiskomst weet Hermogenes dat hij al die tijd in dwaling heeft geleefd, waarop hij besluit al zijn boeken te verbranden. Jacobus is echter bang dat de rook een gevaar zal vormen voor de omliggende huizen en vraagt hem zijn boeken in zee te gooien. Hermogenes biecht zijn zonden op en bekeert zich tot het christendom, vanaf dat moment is hij een vurig verkondiger van het evangelie.

Alle rechten voorbehouden