Het is kerst. Buiten is het koud en wit. Binnen leg ik de laatste hand aan het dessertbuffet. De tafels voor het gourmet zijn al gedekt; het Huis ziet er gezellig en sfeervol uit. Minstens 30 man schuift straks aan voor het inmiddels traditionele kerstdiner in Ronald McDonald Huis AMC Amsterdam. De gezichten zijn nog gespannen, zorgelijk, de gedachten bij het zieke kind. Ik hoop dat het dit jaar weer net zo zal gaan als alle vorige keren, toen de spanning langzaam week voor wat vrolijkheid, wat rust, een beetje genieten. Dat moment is voor mij het mooiste van het jaar.
Ik sla het tafellaken open en mijn gedachten voeren me 22 jaar terug in de tijd, naar het moment dat ik net heb gehoord dat ik kanker heb. Voor de derde keer. Terwijl ik de moed probeer te verzamelen om net als de vorige keren de strijd weer aan te gaan, doe ik een stille belofte. Als ik hier doorheen kom, ga ik met die positieve energie iets doen voor anderen. Dat markeerde de start, nu ruim 19 jaar geleden, van mijn loopbaan als vrijwilliger in het Ronald McDonald Huis.
Unieke herinneringen
Zoveel gezichten, zoveel namen. Zoveel verdriet en angst. Van die gezichten die je steeds witter ziet worden. De blik in de ogen van kinderen die hun zwaarste strijd dreigen te verliezen, vaak sterker dan hun ouders. De schrik als een gezin ineens weer terug is, een jaar nadat ze met hun kind in de armen dolgelukkig naar huis waren gegaan. En die mooie momenten als de kuur is aangeslagen, als de scan goed uitvalt, de operatie heeft geholpen. De nachtelijke gesprekken met wanhopige ouders en de aai over de bol van een verloren broertje…
Het zijn intussen zoveel herinneringen en elk verhaal is uniek. Daar kun je niet tussen kiezen en daarom is mijn ‘favoriete’ moment het jaarlijkse kerstdiner. Het sprak niet vanzelf, dat diner. Ons home away from home is nou eenmaal gebaseerd op de zelfredzaamheid van de gasten wat betreft het eten. En al zijn er gezamenlijke ruimtes, de accommodatie is eigenlijk niet geschikt om er grote partijen bij elkaar te hebben. We hebben het er lang over gehad onder elkaar. Met natuurlijk als grote vraag of het wel gepast is, zo’n diner. Ja, mensen hebben wel wat anders aan hun hoofd. Die hebben toch helemaal geen zin om samen te gaan zitten in kerstsfeer?
Traditie
Toch maar doorgezet. Heel voorzichtig en terloops laten weten aan gasten die zeker de kerst in het Huis zouden doorbrengen dat we iets aan het organiseren waren. Vergaderen over het menu, de organisatie, de boodschappen, de versiering. Na al het werk was het zo mooi om te zien hoe de gezichten in het kaarslicht langzaam ontspanden en de gasten zomaar een uurtje even aan iets anders konden denken en over iets anders praatten. Van die eerste keer herinner ik me ook nog goed de blik van verstandhouding tussen de mensen die het samen tot stand hadden gebracht. Elk naar vermogen, maar met een groot gezamenlijk resultaat. Zo werd het kerstdiner een traditie.
Veilig plekje
Ik verheug me nu al, voor de 16de keer, op de komende kerstdagen, als we met zijn allen weer met van alles lopen te slepen om het decor te bouwen voor die speciale uurtjes. Als de zorgen even wat naar de achtergrond zijn, als het kaarslicht alles zachter maakt en de wereld eventjes voor iedereen een veilig plekje is.