Finisterra: einde van de wereld

Keerpunt en begin van een nieuwe reis

De tocht naar Finisterra werd al in de middeleeuwen door veel pelgrims ondernomen. Ik treed in hun voetstappen. Ervaringen en overpeinzingen op een keerpunt...

Einde van een reis en het begin van een nieuwe

Deze tocht is behoorlijk pittig. Dat komt met name door het feit dat er weinig voorzieningen zijn. Er zijn nauwelijks dorpen met een bar, winkel of restaurant en niet al teveel overnachtingsmogelijkheden. Dit traject is zeker in het begin fraai. Je bent Santiago heel snel uit door een paar schilderachtige oude straten, een park vol mooie oude eiken en mooie corredoiras. Een laatste blik achterom op de drie opengewerkte torens van de kathedraal en dan als vanouds de blik westwaarts. De eerste etappe eindigt in Negreira, een groot dorp dat niet veel te bieden heeft. We overnachten in een splinternieuwe herberg en eten er in een achteraf cafeetje, waar oma op een aandoenlijke maar wel heel smakelijke wijze de scepter zwaait. De tweede etappe is vooral heel lang. Na negen uur zwoegen komen we aan in Olveiroa, een gehucht slechts, maar wel met een aardige herberg. Die bestaat uit een serie granieten huisjes die organisch vergroeid lijken met de rotsen waarop ze staan. Kozijnen en deuren zijn geschilderd in turkoois blauw wat een pitoresk beeld oplevert.

Bijzonder uitstalling
De derde en laatste dag maakt alles goed. Al vanaf de eerste stappen is het landschap werkelijk schitterend. We lopen in het prachtige licht van de opkomende zon door een vallei waarin een riviertje in de diepte ruist. Na zo'n tien kilometer komen we aan in de bar van Hospital. De waard vraagt bezorgd of we wel weten dat er de komende 15 kilometer geen voorzieningen zijn. Dat weten we, maar het is een mooi excuus om een verse croissant naar binnen te werken. Naast de bar lig een foeilelijke rokende fabriek wat echt een zeldzaamheid is op deze 900 km. Maar als we daar omheen zijn gelopen, komen we op een lichtgolvende hoogvlakte die langzaam afhelt naar de oceaan en begroeid is met bloeiende gaspeldoorn, dennen en heide. Het is er stil. Alleen de wind in de bomen en het fluiten van vogels doorbreekt de stilte. We lopen zelf zwijgzaam door dit gebied dat daartoe uitnodigt. De enige bebouwing bestaat uit een tweetal kluizenaarskerkjes, allebei voorzien van een heilige bron waar water uit komt dat overal goed voor is. Het kerkje van Nuestra Señora de las Nieves is middelpunt van een jaarlijkse bedevaart. Het is daarom ook buiten uitgerust met banken en een altaar. Caminogangers hebben dat vol gelegd met de meest uiteenlopende zaken als een schoen, pennen, schelpen, kaartjes met tekst er op. Het is een bijzondere uitstalling daar.
Vanaf Cee is het nog een aardig stukje lopen naar Finisterra met veel klimmen en dalen. Maar wat een landschap en wat een fabuleuze kleuren neemt de oceaan hier soms aan. Eindelijk komt Finisterra in zicht en we nemen onze intrek in de herberg, waar we hartelijk worden ontvangen en onze Fisterrana krijgen uitgereikt. Het is een gezellig vissers- en havenplaatsje met ditmaal een ruime keuze aan restaurantjes en bars. Erg veel puf in lopen hebben we niet meer en de weinige schreden die we vandaag nog zetten gaan allereerst naar een bar, waar we achter een halve liter bier wegzinken in het weldadige gevoel dat we het toch maar weer even hebben gedaan.

Stille wateren rond een harde granieten kop
De volgende morgen moeten de laatste 3,5 km naar de vuurtoren nog afgelegd worden. Ook nu werkt het weer mee. Het mist en regent hier vaak, maar vandaag is het prachtig helder weer. Bij de vuurtoren is er geen spoor van drukte te bekennen. Het is een bijzondere plek. Achter de vuurtoren is de plaats waar nog steeds zaken verbrand worden. Met de Camino achter de rug is dit een plek die tot nadenken stemt. De wateren rond Kaap Finisterra zijn vandaag erg rustig en kalm. Alsof de harde granieten kop van Spanje het met de oceaan op een akkoordje heeft gegooid en ze de strijdbijl, in de eeuwige strijd tussen land en zee, even hebben begraven. De enige golf van betekenis is er een van emotie die over me heen slaat. Wat een onvergetelijke tocht heb ik achter de rug maar wat kijk ik ook uit naar het moment om mijn kinderen weer te zien en thuis te zijn. We zitten er samen een tijdje met alleen de oneindigheid van de oceaan voor ons.
En dan is mijn reis ten einde en begint een nieuwe naar de rest van mijn leven. Ik haal de schelp, die me van St. Jean Pied de Port heeft vergezeld van mijn rugzak en berg hem veilig op. Dat heeft een praktische reden want we gaan zo met de bus naar A Coruña, maar zeker ook een symbolische. De eerste stappen op de nieuwe reis vallen overigens al meteen tegen: het restaurantje bij de vuurtoren is niet open en dus gaan we zonder koffie de kaap verder verkennen. En ook dit is te mooi voor woorden. Op het hoogste punt van het schiereiland ligt een keltische heilige plek: de Pedras Santas, een verzameling vreemd gevormde granieten steenklompen. Er is een 360 graden view met oceaan aan bijna alle kanten. De hellingen zijn gekleurd door de bloemen die er uitbundig bloeien, de kleuren van de rotsen en het water...
Een mooiere laatste dag had ik me voor de Camino niet kunnen wensen.

Alle rechten voorbehouden

Media