De verhalen over de pelgrims van vroeger tijden zijn bekend. Waarom ze op reis gingen was vaak wel duidelijk.Boetedoening was één van de belangrijke redenen. Wanneer je iets verkeerds had gedaan en je bleef daarmee doorlopen, dan kon je zomaar na je dood in het hellevuur komen en gemarteld worden door allerlei afgrijselijke duivels. En wanneer je dat als het ware kon afkopen door een pelgrimsreis te maken, onderweg alle mogelijke heiligen aan te roepen en je in Santiago rechtstreeks tot Jacobus te wenden, nou dan had je daar heel veel voor over. Je kon ook op reis gaan, wanneer je iets heel graag wilde. Een genezing of zo, of je wilde zo graag een kind. Je hoorde zoveel wonderverhalen toen. Natuurlijk trok ook het avontuur velen. En dan heb je nog die pelgrims die bij een veroordeling, als straf naar Santiago werden gestuurd. Dan waren ze er mooi een tijdje vanaf. Daar tussendoor trokken allerlei “beroepspelgrims”. Die waren altijd onderweg, kregen eten en drinken en onderdak en genoten van de privileges voor pelgrims.
Maar ja, dat was toen. De pelgrims van vandaag lopen zo vaak niet meer met de intenties van toen. Maar nog steeds gaan veel mensen op pad naar Santiago. Steeds meer mensen zelfs. Waarom zou je de huisdeur achter je dichttrekken en alles achter je laten voor een lange, soms moeizame reis langs stokoude paden en steden, op een onbekende weg, in een onbekend land, met onbekende mensen en een onbekende taal? Waar ben je naar op zoek? Naar avontuur, naar rust, naar historie en natuur, naar andere mensen, belevenissen? Naar bezinning misschien, betekenis, zingeving? Niet zo duidelijk allemaal maar je gaat.
Wonderlijke verhalen hoor je onderweg en je ontmoet talloze lopers, afkomstig uit de hele wereld. Je hebt alle tijd om over van alles en nog wat na te denken en je komt in een dagelijks ritme van opstaan, eten, lopen, eten, lopen, rusten, lopen, slapen, eten, lopen enz. Soms heb je een verrassende ontmoeting op een terrasje, in een herberg, of gewoon onderweg. Gesprekken over God, over vrouw en kinderen, over jezelf, over vroeger, over onderwerpen soms waar je niet van had kunnen dromen dat je daar met een ander over zou praten. Hele open gesprekken met mensen die je nooit eerder zag en die je waarschijnlijk ook nooit weer ziet. Oude verhalen over vroeger komen weer boven en je hele leven trekt aan je voorbij in je dromen. Je komt je zelf tegen, heel confronterend.
Sta je soms even in een dorpje op een kruising te zoeken in het boekje, hoe de route loopt, dan stopt er meestal meteen wel een auto. Naar Santiago? Die kant op! Ben je verkeerd gelopen? Kilometers brengen ze je naar de juiste route. Een oude kromme vrouw die je hand kust en vraagt om een kaarsje te branden in Santiago. Of die man die zegt dat hij voor je zal bidden voor een behouden aankomst. Toeterende auto’s, knipperen met de lampen, opgestoken duimen en roepen: Bon Camino! Mensen die zeggen: Zoek je onderdak? Kom maar bij mij, je kunt bij mij wel eten en slapen. Kosteloos.Daar is de slaapkamer, daar is de douche, maar ik ga weg om met de hond te wandelen, ben over twee uur wel weer terug. Je vindt het wel.
De eerste tijd gaat inderdaad voorbij als een prachtige wandeling maar langzamerhand gaat er iets veranderen. Je merkt dat je anders gaat kijken naar allerlei dingen. Waren de eerste overnachtingen nog allemaal zorgvuldig gepland en besproken, steeds meer laat je dat los. Ik zal wel zien. Er komt een groeiend vertrouwen over je dat het allemaal wel goed komt.
Die verandering gaat vanzelf. Je hoeft het niet af te spreken of voor te bereiden. Het overkomt je en je bent er blij mee. Je bent een pelgrim geworden en je loopt je eigen heel aparte pelgrimsweg tussen al die anderen die ook allemaal hun eigen weg lopen. Een machtige weg waar veel valt te genieten, maar het is zeker geen gemakkelijke weg. Hoe je pelgrim wordt dat ervaar je pas wanneer je zelf op pad gaat.
Een mooie spreuk voor onderweg:
“Het is niet de pelgrimsweg die zorgt voor moeilijkheden. Het zijn de moeilijkheden die zorgen voor een goede pelgrimsreis”.