Op de dag dat ik per fiets de Franse grens was overgestoken, was het perfect weer. De prachtige voorjaarsdagen zouden nog 14 dagen aanhouden. Je moest wel aardig op de pedalen langs de oevers van de Maas, hoewel je zou denken dat het toch redelijk vlak zou zijn. Voor Fumay de berg op richting Rocroi en daarna in een lange afdaling naar Signy L’Abbaye. Daar vond ik een laatste plaatsje in een herberg, die er van buiten wel gezellig uitzag. Ik vroeg me af waar de drukte in die streek vandaan kwam zo vroeg in het voorjaar. Er bleek een regionaal welbekende wielerkoers te zijn en dat hield veel bedden in de regio bezet. Fransen zijn bezeten van fietsen. Ik was blij dit maal per fiets te zijn, want in Noord Frankrijk zijn de dorpjes dun gezaaid.
In de herberg werd ik al gewaarschuwd dat het wat rumoerig kon zijn, ik lag net boven een zaaltje waar karaoke werd bedreven. Na het eten en nog een kleine wandeling ging ik rond tien uur naar bed. Niet lang daarna begon het feest. Niet de wielrenenthousiasten maar een bus vol Nederlanders waren de rust aan het verstoren. Het waren ook geen jongeren maar een bus met ouderen die de bloemetjes kennelijk eens goed gingen buiten zetten. Het hele Nederlandse repertoire passeerde de revue en ja hoor steeds weer opnieuw. Met luid gezang werd het lied Tulpen uit Amsterdam aangeheven, en naarmate de avond vorderde met meer enthousiasme.
Uiteindelijk was het ver over drieën voor het wat rustiger werd en ik nog een paar uurtjes kon slapen, want ik wist hoever ik de laatste dag was gedaald en ik zou dus de dag erop weer flink moeten klimmen. Dat was ook zo en met weinig slaap in de benen zette ik mijn tocht voort naar Reims.
Tulpen uit Amsterdam
Vertoring van de stilte
Je kunt niet altijd rustig slapen