In de Gereformeerde Kerk Vrijgemaakt te Ermelo werden er met advent kaarsen gebrand voorin de kerk, naast de preekstoel. Door de weken heen vormden de kaarsen een trapvorm, de eerste kaars het was het kortst en de laatste het langs. Waarschijnlijk was het niet ieder jaar zo, maar ik kan mij herinneren dat er vaak een discussie tussen de gemeenteleden was over hoe de trapvorm moest lopen. Moest het zogezegd een "trap van de verwachting van de geboorte van Jezus Christus" vormen, die vanuit de gemeente via de dominee op de preekstoel naar God liep, of moesten de kaarsen vanaf de preekstoel gezien een trap naar beneden vormen, zodat de gemeente de genade van God kan ontvangen (in de vorm van de geboorte van Jezus Christus)? In het eerste geval zou het accent te veel op de dominee liggen, die ook maar een zondig mens is, in het tweede geval zou er geen vorm gegeven worden aan de actieve houding van de gelovige. Zoveel vragen en zo weinig antwoorden...
De adventskaarsen
Een weg voor verwachting of genade?
Vragen rondom een Calvinistische adventsviering