Ik hoorde wel roepen, maar niet denkend dat het mij betrof liep ik gewoon door. Tot ik snelle voetstappen hoorde. Een gendarme kwam me hollend achterna roepend: Monsieur, monsieur! Bijna berustend draaide ik me om. Weer hetzelfde liedje: zodra ze een rugzak zien ben je al verdacht. Waar ik vandaan kwam, waar ik naar toe ging? Van Saint Jacques de Santiago had hij nog nooit gehoord. Dan maar mijn paspoort.
Terwijl hij met de papieren naar zijn computer ging, installeerde ik me op de stoep. Rennend kwam hij een tiental minuten later terug en overhandigde me het paspoort met de woorden: c‘est d ‘accord. Op mijn antwoord: Oui je sais moest hij een beetje schaapachtig lachen. Desondanks wenste hij me een goede reis.