Het Sint Eloyen Gasthuis

Tussen de Dom en de Mariaplaats in Utrecht staat een bijzonder huis: het Sint Eloyen Gasthuis. Sinds ongeveer 1440 wordt dit huis gebruikt door het smedengilde Sint Eloy, tegenwoordig een besloten broederschap. Het gasthuis werd opgericht met als doel onderdak te bieden aan de gildenbroeders en hun weduwen op hun oude dag. Ook gebruikten de smeden het gebouw als gildehuis. Wanneer het gasthuis precies is gesticht weet niemand, maar wel is een vermelding ervan in de rekeningen van de Buurkerk uit 1446/1447 bekend.

Voordeur Eloyen gasthuis

De voordeur van het Eloyen Gasthuis. Foto: Gé Walda

Alle rechten voorbehouden


Nalantenschap van Adriaan van Dashorst
In 1603 kwam de nalatenschap van Adriaan Willemszoon van Dashorst aan het gasthuis beschikbaar. De gildebroeders gebruikten de erfenis voor de caritas, de renovatie van de regentenzaal en de bouw van een nieuwe toegangspoort in 1644. Deze fraaie poort staat er nog steeds. Van Dashorst liet in zijn testament opnemen dat er wekelijks een bedeling van een halve stuiver aan brood en een halve stuiver in geld moest plaatsvinden aan twintig arme gildebroeders. Als er geen twintig behoeftige gildebroeders waren, konden twintig willekeurige behoeftigen worden bedeeld. De bedeling vond plaats op zondagen op een speciale broodtafel voor het altaar van Sint Eloy, de patroonheilige van de smeden, in de Buurkerk (nu Museum Speelklok). In 1907 verhuisde de brooduitdeling naar het Sint Eloyen Gasthuis.

Het Handelsbedrijf der Smeden
Na de rommelig verlopen opheffing van de gilden vanaf 1798 schreven in 1804 voormalige gildeleden van het Utrechtse Smede Gilde zich in bij de voorloper van de huidige Kamer van Koophandel als het Handelsbedrijf der Smeden. Naast het beheer van de goederen en het beheer van het armenfonds van de smeden behoorde tot haar taak ook het afnemen van de proeven. In 1812, toen na een onderbreking van twee jaar de notulen van het Handelsbedrijf weer werden voortgezet, bleek haar functie tot het armenfonds te zijn beperkt. Uiteindelijk zijn de functies van het Handelsbedrijf en het Eloyen Gasthuis zodanig in elkaars verlengde komen te liggen dat de beide instellingen min of meer met elkaar verstrengeld zijn.

Dankzij de bepaling in het testament van Adriaan Willemszoon van Dashorst uit 1603 houdt het Eloyen Gasthuis zich tot op de dag van vandaag bezig met liefdadigheid. Enkele jaren geleden heeft het gasthuis zich aangesloten bij de Stichting NU (Noodhulp Utrecht).
Toen de brooduitdelingen niet meer zinvol bleken, werd in 1994 besloten het geld, beschikbaar uit het Van Dashorstfonds, te besteden aan mensen in Utrecht die door een noodzakelijke eenmalige grote uitgave buiten hun schuld in financiële nood komen. Tot op de dag van vandaag houdt het Handelsbedrijf der Smeden toezicht op de eigendommen van het voormalig gilde en op de gang van zaken in het Sint Eloyen Gasthuis. De huidige broeders van het Eloyen Gasthuis komen elke maandagavond bijeen en zetten zich vooral in om het roerend en onroerend goed, de tradities en gebruiken en de charitas in stand te houden. Het bestuur van het Handelsbedrijf let ten behoeve van de continuïteit op de tijdige aanwas van nieuwe broeders.

Wie was Sint Eloy?
Eligius van Noyon (ca. 588-ca. 660), in Nederland wel Sint Eloy genoemd, is een christelijke heilige. Hij was een Franse smid die uitblonk in vakmanschap en eerlijkheid wat hem een bloeiende carrière bezorgde. Hij gebruikte zijn bekendheid door het doen van goede werken en volgde in 640 de bisschop van Noyon-Tournai op. In die hoedanigheid verkondigde hij het evangelie en hij stichtte verscheidene kloosters en kerken. Na zijn overlijden werd hij heilig verklaard en de smeden uit de Middeleeuwen kozen hem als beschermheilige van hun beroepsgroep.

website St. Eloyen Gasthuis

Alle rechten voorbehouden

Media