Onderweg had ik voordat ik de stad Luik in liep al gebeld. Het betrof een adres waar ik ’s nachts zou kunnen slapen en het was alleen bedoeld voor pelgrims. Via mijn krakend mobieltje kreeg ik een stem aan de telefoon en ik begon maar in het Frans: ”Je suis Frans de Hollande et je suis pèlerin de St Jacques. Avez vous une place pour dormir cette nuit?”. “Ah..wel” zei de stem. Hij had al gehoord dat ik Nederlands sprak en hij was tweetalig, wel zo gemakkelijk voor mij. Hij stelde zich voor als captain en zei me te kennen. Dat verbaasde me hogelijk omdat ik zelf geen idee had wie er aan de andere kant van de lijn kon zijn.
Enfin na twee uur door Luik te hebben gelopen kwam ik in Angleur aan, de andere kant van Luik als je uit het noorden komt. Ik duw op de bel met een Santiagoschelp ernaast. De deur werd geopend door een goedmoedige Belg van het Bourgondische type. Hij had zich in mij vergist en dacht dat ik een andere Frans was die over enige dagen zou komen. Eerst gingen we aan een groot glas bier want een pelgrim heeft dorst.
Hij vertelde dat hij een aantal jaren geleden naar Santiago was gefietst en dat Jacobus hem persoonlijk opdracht had gegeven om pelgrims uit het noorden te herbergen. Hij vertelde meer dan ik in korte tijd kon bevatten, maar er zijn twee dingen die me bij bleven. Allereerst dat hij zei: ”De ontmoeting met jou vandaag is het beste wat me deze dag kon overkomen”. En het tweede: ”Je bent nu vies en moet eerst onder de douche, voordat je bij mij een heerlijk diner gaat verorberen”. We dronken eerst nog een halve fles champagne leeg en ik ging toen enigszins wankelend naar een soort containerstadje dat hij deels aan studenten verhuurde, deels als een refugio had ingericht.
Nadat ik mij verschoond had ging ik naar een ander adres in de buurt waar hij met zijn nieuwe partner een heerlijk diner had bereid. Weer begonnen we met champagne. Met zijn partner raakte ik in gesprek over een aantal spirituele zaken, maar de drank maakte me een beetje duizelig. Mevrouw zijn vriendin vertelde me dat ze ooit bij de geboorte een kind had verloren en dat ze het erg vond dat niemand zelfs de captain niet begreep wat voor groot verdriet dat nog elke dag voor haar was. Ik zou dat als ex-kinderarts wel begrijpen!!! Natuurlijk kon ik me haar verdriet wel voorstellen, maar er werd ondertussen zwaar getafeld en nog meer ingeschonken van een uitstekende witte en daarna rode wijn. Op een of andere manier gaf ik volgens de vrouw des huizes de goede antwoorden op haar vragen en werden onze woorden steeds intiemer en indringender. De captain kreeg op een gegeven moment de order om niet meer te drinken en dat was voor mij het sein om mijn slaapplek te zoeken. Bij het afscheid lieten ze nog weten 14 dagen later samen per fiets naar Santiago te vertrekken. Uitgezwaaid door de parochie.
“s Nachts sliep ik als een blok ondanks het feit dat er in de buurt een rangeeremplacement van de trein was.
De volgende ochtend werd ik op het ontbijt uitgenodigd. Voortreffelijk. Daarna moest ik toch weer eens op pad. Voor ik vertrok hield de captain me even ter zijde: ”Frans je moet nog betalen” Ik dacht OEI dat zal met al dat bier, champagne, een diner en een ontbijt plus slaapplaats niet mis zijn”. “Is 5 euro teveel?” vroeg hij...........................
De captain
Een bijzondere man
Een logeeradres dat me nog lang zal bijblijven.