PACE op de Camino
De zachte krachten zullen winnen, door de liefde opgetild in de tijd.
Met deze zin begint mijn tocht van 250 km naar Santiago, het laatste deel van de Camino, met een letterlijk en figuurlijk gevulde rugzak.
We zoeken, vinden en vergeten weer. Zo gaan we onze levensweg. Gaandeweg ontdekken we dat ons pad geen bestemming heeft maar bestemming is. (Hans Korteweg)
Pelgrim
is onderweg
alle ballast loslaten
luisteren naar de ziel
bewogen.
De eerste dag moet ik al mijn weerstand overwinnen: het bed is te hard, mijn heup is beurs. Een half uur voor mijn ochtendritueel is te weinig, m’n rugzak is nog niet goed ingepakt en er is te weinig tijd voor koffie. Zo begin ik en leer meteen dat ik dit anders kan doen. Even later zet ik mijn eerste voetstappen op de Camino, in de zon en in stilte met af en toe een verhaal onderweg.
Blij met koel water
blij met iedere boom
die schaduw geeft
blij met een stoel
een bank of zomaar de grond,
zitten in het gras, uitgeteld
en toch weer verder met rugzak
nog lang geen eindpunt
alleen onderweg dorstig en moe
gaande de weg
waar heden en verleden samenvallen
in de werkelijkheid van hier en nu
loop ik met de vragen
misschien wel het antwoord tegemoet.
Alleen met je hart kun je goed zien, zegt de kleine prins.
En dan: een intiem kerkje.
Ik wil er voorbij lopen maar iemand zegt: hier moet je echt even naar binnen gaan. Bij de deur staat een padre die me verwelkomt. Hij geeft me een Spaanse tekst waar ik niets van begrijp en toch versta ik alles. Het geheim van de verwondering.
Hij kijkt me vriendelijk aan, pakt mijn beide handen, wijst op zijn naam ‘Jesus’ onderaan het papier en zegent me. Ik voel een ontroerende warmte door me heen gaan waar geen woorden voor zijn. Als ik naar buiten loop, zegt iemand: het lijkt wel licht om je heen. De tranen stromen over mijn wangen. Ik zoek de stilte en loop een zijweg in, aangeraakt tussen vreugde en verdriet. Achter mij rijdt een tractor en in het voorbijgaan zegt de bestuurder: señora, non è camino qui!! Muchas gracias, zeg ik. Ik wil even alleen zijn en als je lijkt te verdwalen, is er hulp.
En dan ben ik na veel zweetdruppels en stapstenen in Santiago. In de grote kathedraal valt de drukte mee. Ik had me voorbereid op een overdosis aan mensen. Helaas is er geen stilte vanwege de verbouwing. Naar het beeld van Jacobus dan maar. Als ik eenmaal achter het goudkleurig en rijk met edelstenen versierde beeld sta, leg ik mijn handen erop en raak ook nog even de schelp aan. Ik ben er nu toch… en besluit na enige twijfel dat de pelgrimsmis de volgende dag onmiskenbaar een mooie afsluiting zal zijn.
Via een zij-ingang sta ik ineens in de overvolle kathedraal vlak voor het altaar, een prachtige plek. Van de Spaanse preek versta ik nauwelijks iets, maar als we elkaar PACE wensen, voel ik weer de ontroering. Zoveel verschillende mensen overal vandaan die elkaar vrede wensen, dat is voor mij verbinding in de ware zin van het woord.
De camino gaat verder in mijn leven. Zonder verwachtingen beleefde ik onvergetelijke momenten met af en toe een mede-pelgrim, waar maskers konden vallen, omdat er op dat moment dezelfde golflengte is: die van onderweg zijn als mens, kwetsbaar en sterk. Ont-moetingen van hart tot hart, waar twee in mijn naam…
Het waren intense ervaringen met lastige kruispunten, dierbare gesprekken, een kleurrijke ketting van onvergetelijke herinneringen op de Camino. Glanzende schelpen gaande de weg.
Sporen van het verleden
kan ik niet wissen
ik draag ze mee
en verder gaand
keer ik niet hetzelfde weer
zoals ik ooit vertrok.