Object

Pelgrimstekens van de heilige Adrianus

Pelgrimsteken met de heilige Adrianus

De pelgrim is op weg naar Geraardsbergen. Waarom?
Het aanbod van heilige amuletten is groot. Welke zal hij kiezen?

(Klik op de foto voor de bijtekst.)

Leven
Rond 300 moeten de christenen offers brengen aan de Romeinse (af)goden. Zij weigeren dit en worden gevangen genomen. Hun bewaker, de Romeinse officier Adrianus, ziet hun moed, weigert hen te martelen en wordt daarop zelf onthoofd omdat ook hij de Romeinse goden niet wil aanbidden. Voor hij wordt onthoofd, worden zijn beenderen op een aambeeld verbrijzeld en zijn handen afgehakt. Na zijn marteldood worden zijn stoffelijke resten als relieken vereerd in Constantinopel (het huidige Istanbul).
In de zevende eeuw wordt een deel van zijn overblijfselen naar Rome gebracht en komt via Spanje in de negende eeuw terecht in Lissabon. Adrianus beschermt deze stad tegen de pest.
In 1175 arriveren vanuit Constantinopel relieken van de heilige aan in Geeraardsbergen. In de abdij van deze plaats wordt de heilige Adrianus vereerd als beschermer tegen de pest en is hij de patroon van de soldaten en de smeden, als verwijzing naar zijn beenderen die op een aambeeld zijn verbrijzeld.
In 1428 krijgen de heilige resten een nieuwe schrijn. Er komt hoog bezoek van de Hertog van Bourgondië en de Koning van Frankrijk. Geraardsbergen groeit uit tot een beroemd bedevaartsoord in de middeleeuwse Nederlanden.

Motieven
Wat bezielde deze pelgrims? Moeten zij op weg vanwege een kerkelijke of wereldlijke straf of zijn het vrome gelovigen?
Geraardsbergen staat in de Middeleeuwen vrij bekend als strafbedevaart, zoals blijkt uit de stedelijke boeteboeken. Daar staan tarieflijsten in: 'voor dat zware vergrijp moet een veroordeelde helemaal naar Jeruzalem, voor deze 'kleine zonde' kan hij boete doen in dat plaatsje bij Gent.' Een meevaller voor de machthebbers en de slachtoffers: de boef is een tijdje uit de buurt en er zijn geen kosten voor een opsluiting achter grendels. Keert een veroordeelde heelhuids terug van zijn pelgrimstocht, dan wordt hij weer opgenomen in de maatschappij.
In het begin van de zestiende eeuw neemt door de invloed van de burgerlijke wetgeving en de opkomst van het protestantisme deze vorm van boetedoening af.
Naast boetedoeding is er sprake van een diversiteit aan motieven om ter bedevaart te gaan: uit vroomheid of dankbaarheid, om een gunst of genezing te vragen. Voor iedere kwaal of gebeurtenis is er wel een heilige: om van die ellendige zweren af te komen of voor een goede oogst. Er zijn ook mensen op weg die werden ingehuurd door een rijke zondaar. Plaatsvervangende zondaars. Je kunt zelfs schijnpelgrims tegenkomen, mensen die azen op gratis voedsel en verblijf.

Tekens
Er zijn van de heilige Adrianus talloze insignes gevonden in de Zeeuwse delta en elders. In vele varianten. We zien hem als ridder met een zwaard, met aambeeld (met of zonder hamer), met leeuw (symbool van kracht), al of niet met een tekstband. Zijn teken komt in Neder-Saksen en Hessen ook voor op luidklokken en in een middeleeuws gebedenboek.
Er zijn twee Adrianusinsignes gevonden in de buurt van Canterbury. Wellicht van Vlamingen op bedevaart naar Thomas Becket. Verloren zij hun insigne of was het teken van Engelse pelgrims die op bezoek waren geweest in Geraardsbergen? Nog een mogelijkheid: kochten ze deze insignes gewoon bij rondtrekkende handelaren 'in heilige zaken'?

Alle rechten voorbehouden

Mediendatei