Voel je je nú sterk genoeg om door te gaan?

Je kunt alleen afgaan op wat je NU weet

Het is zondagmorgen half 11 en de uitbaatster van een kleine kroeg vertelt me dat de volgende herberg nog 26 kilometer is. De herberg hier om de hoek gaat niet voor 15.00 uur open. Het eerstvolgende dorp ligt bijna 20 kilometer verderop en heeft een restaurant dat tot 16.00 uur open is. Ik heb op dat moment 17 kilometer gelopen en zit te dubben wat ik zal doen doorgaan of nu hier wachten totdat de herberg opengaat.

Afbeelding 410 (2)

Nog een bocht zonder uitzicht op restaurant Door: anne-marie

Alle rechten voorbehouden

De kracht van de juiste vraag
"Voel je je nu sterk genoeg om door te lopen?" vraagt de vrouw me. En ik weet direct: ja dat is het enige wat er NU toe doet. Ik kan niet nu al weten of ik die 26 kilometer nog red. Het enige waar ik nu op af kan gaan is of ik me NU sterk genoeg voel. En het antwoord is JA!

Wat heb ik nodig
Vervolgens vraagt ze me wat ik nodig heb om de kans van slagen zo groot mogelijk te maken en ik zeg dat ik wel wat eten en drinken voor onderweg mee wil nemen. Ze zegt me dat de bakker nog niet geweest is vandaag. Ik vraag haar of de bakker er gisteren geweest is. Ja maar dat is brood van gisteren. Ik vraag of ik wat van het brood van gisteren van haar mag kopen. Zij geeft mij het brood en wat kaas en worst om erop te doen. Ik pak voorzichtig een paar plakjes en zij pakt alle kaas en alle worst en mikt het op het brood onder de verzuchting: "je gaat het nog nodig hebben".

Beproevingen
Na een paar uur lopen is mijn eten en drinken op. Ik vraag me af waar toch dat dorp dorp met dat restaurant blijft. Na nog een uurtje begin ik steeds langzamer te lopen en te hopen dat ik "gered" ga worden. Ik zoek mijn mobiel op om te ontdekken dat ik geen bereik heb. Ik begin een gesprek met mezelf: "wat wil je nu precies?" Het antwoord is: "gered worden". Ik vraag mezelf of ik die dag al iemand heb gezien en wat ik denk dat de kans is dat iemand mij hier komt redden. Nihil, mijn benen worden nog zwaarder en na nog een paar wankele passen ga ik even zitten. Ik barst in huilen uit met lange uithalen: "ik kan niet meer, het is te ver, te veel en te zwaar". Dat deel van mij dat weet dat er geen externe redding te verwachten valt blijft vragen stellen: "wat kun je dan precies niet meer?" Oh dat is vervelend want je bent hier lopend en lopen is de enige manier om verder te komen.

Elke lange reis bestaat uit telkens 1 stap
"Kun je nu nog 1 stap zetten, misschien?" Ja één stap dat gaat wel. Kun je dan nu nog één stap zetten? Ja één stap dat gaat wel. Na een tijdje begint de routine van het maar domweg stappen zetten weer een cadans te krijgen en bedenk ik opeens: "na die bocht is het dorp met het restaurant". Na de desbetreffende bocht dient zich een eind verderop nog zo'n bocht aan en ik bedenk weer: "na DIE bocht is het dorp met het restaurant". Na DIE bocht is er weer een bocht.

Hoop geeft kracht, verwachtingen leiden tot teleurstellingen
Ik spreek mijzelf toe en zeg streng: "zo maak je het alleen maar zwaarder voor jezelf, als je zo doorgaat red je het inderdaad niet. Het is nu zaak alle verwachtingen uit te schakelen. Je weet niet of je wel voor 16.00 bij het restaurant bent, je weet niet hoever het nog is. Het enig wat je weet is dat je het verst komt door gewoon stap na stap te zetten en je niet bezig te houden met wat er nog komt of wat geweest is. Blijf in het NU!!

Verrassingen doen goed
Net voor 16.00 uur bereik ik het dorp en het restaurant. Ze hebben een heerlijk overdadig zondagswaardig 3 gangen menú del dia. Ik doe me tegoed aan al het eten en de wijn en praat uitgebreid met het Spaanse stel dat me vraagt wat ik aan het doen ben. Nou ik loop naar Santiago en nee ik wil geen lift voor de laatste kilometers naar de volgende herberg.

Pelgrims
De laatste kilometers huppel ik zo ongeveer de heuvels over en kom circa half 8 bij een terras voor de ingang van het pittoresk vervallen klooster waar de herberg is. Er zit een bont gezelschap wandelaars en fietsers allen onderweg en ze bieden me een biertje aan en vragen waar ik toch zo laat nog vandaan kom. Ik realiseer me dat ik veel sterker ben dan ik gedacht had en dat ik veel meer kan dan ik voor mogelijk had gehouden. Het gesprek gaat verder en concentreert zich op de vraag wat een goede pelgrim is. De overwegend Duitse planpelgrim valt af, ook de prestatiepelgrim is het niet, nee het gaat om het loslaten en het genieten van de tocht zelf. Het hier en nu onderweg zijn. Ik opper plezierpelgrim en die mag maar niet alleen plezier want dan zou ik mijn testen van de dag omzeild hebben......

Op dit
moment
glad
als een spiegel,
fris
dit uur,
deze dag
zo schoon
als een nieuw glas
- geen spinrag
uit het verleden -,
we raken
het nu met onze vingers,
snijden het
op maat,
we brengen het
tot bloei,
het leeft,
het is levend,
het brengt niets
onherstelbaars van gisteren,
niets uit het verloren verleden,
dit is
onze schepping,
nu groeit op dit
moment, het doet
stof opwaaien, het eet
uit onze handen,
vang het,
laat het niet verglijden,
niet verloren gaan in dromen
niet in woorden,
grijp het,
pin het vast,
zorg dat het je gehoorzaamt,
maak er een weg van,
of een bel,
een machine,
een kus, een boek
of een streling,
snij zijn heerlijke geur
van hout
en maak er een stoel van,
vlecht
zijn ruggesteun,
probeer het,
of beter nog
probeer een ladder!
Ja,
een ladder,
ga op
in het moment,
trede
na trede
je voeten
stevig op het hout
van het moment,
hoger,
hoger,
maar niet te ver,
net hoog genoeg
zodat je
de gaten
in het dak
kan dichten,
niet te ver,
je wilt de hemel niet bereiken,
reik tot
de appels,
niet tot de wolken,
laat die maar
- langs de hemel trekken –
naar het verleden zeilen.
Jij
bent je eigen nu,
je eigen appel:
pluk hem
van je boom,
til hem op
in je hand,
hij glimt
als een ster,
streel hem,
zet er je tanden in
en daar ga je,
fluitend onderweg

PABLO NERUDA

Alle rechten voorbehouden

Mediendatei